Buurtboks bij Puntenburg
We schrijven 22 september. De zomer zou voorbij moeten zijn, maar het was wederom een prachtige nazomerdag. “Oudewijvenzomer” zeggen we ook wel, en beelden dringen op van breedlachende breiende dames op het dorpsplein, zich koesterend in de gulle gouden zonnestralen. We zitten er deze dag niet ver naast. De locatie bood ruime kans om een glimp van dit alles op te vangen. Inderdaad, deze dag stond de Buurtboks bij Puntenburg, het seniorencentrum op de kop van de Noordewierweg.
Een mooie strategische plek, waar behalve veel snelle en luidruchtige auto’s ook veel fietsen en voetgangers passeerden, al dan niet met rollator of bijpassend hondje. Met name deze laatste groep bleek vaak bereid om even stil te staan. Het leverde dan een mooi verhaal vanuit het verleden op, met daaruit een goede les voor het heden en soms zelfs een prachtige lijn naar de toekomst. De formulieren om deze verhalen vast te leggen vulden zich in korte tijd met een grote hoeveelheid levenswijsheid. Een waardevolle bron om de basis van het wijkperspectief.
Oja, en over het hier en nu, en over hoe het allemaal nog mooier en beter kan. “Ik bevind me nu op een leeftijd om me te berusten in hoe het is…”, hoor ik een vrouw zeggen, “de tijd om op de bres te gaan, ligt achter me”. Tja…, hiervoor hebben we de buurtboks niet opgebouwd… ik probeer het via een andere weg: “Maar als ik u nu vraag over wat u zorgen baart, dan kunt u dát wellicht met ons delen?”
Zorgen, daar ontbrak het niet aan. De luidruchtige Noordewierweg met het voorbij razende verkeer bood ook veel inspiratie om daar een punt van te maken. “De scooters… ze zien je niet staan, ook niet bij de oversteekplaats. Levensgevaarlijk!”. Hoe zouden ze dat kunnen verbeteren, meer politie ofzo? “Nee, daar zeg je ook wat. Als het ’s avonds een beetje rustig geworden is, dan scheurt er soms zo een politiewagen met schreeuwende sirenes voorbij! Dat gebeurde voorheen veel minder. Ik maak me dan zorgen over het ongeluk dat mogelijk gebeurd is!”.
Ook het gebouw van Puntenburg bleek een vat vol verhalen. Nadat de kantine afgelopen tien jaren diverse verschillende uitbaters heeft gehad, heeft de laatste inmiddels ook de handschoen in de ring gegooid. Ik spreek een actieve bewoner: “Er is daar geen droog brood te verdienen, en nu zitten wij dus weer zonder. De Alliantie moet dat toch begrijpen. Zij vragen 25 mille huur voor het gebruik van de keuken. Hoeveel maaltijden moet je dan wel verkopen, voordat je zelf een hapje eten hebt?” Samen met iemand anders organiseert hij nu koffie-ochtenden, die goed worden bezocht. Zo wordt het toch nog gezellig. Wat hij van de plannen vindt om de Vijverzaal op te knappen? “Eerst zien, dan geloven… maar er zijn veel redenen om hem flink aan te pakken!”
De Noordewierweg afkijkend, zagen we tegen de klok van 8 de zon in het westen zakken. De aanhoudende verkeersstroom leek zich daar nog niet veel van aan te trekken, maar voor de crew van de Buurtboks toch voldoende reden om een rijke oogst van gevoerde gesprekken te bundelen.